Het effect van de 30-urenwerkweek op jonge kinderen
Een psycholoog en een peuter aan het woord.
Mama is terug. Ze was niet echt weg, weg. Maar toch, helemaal bij mij was ze niet. Ik hoorde haar iets zeggen over minder uren werk. Zou het dat zijn? Zou het daaraan liggen dat ze mij anders knuffelt? Niet méér dan vroeger maar anders, feller…
Aan het woord is Emma, twee jaar. Ze vertelt ons hoe zij het ervaart dat haar mama minder uren werkt. Nu, ja. Ze vertelt het niet echt. Daarvoor is ze nog te jong. Om erachter te komen wat ze misschien echt zou denken, gingen we te rade bij psycholoog Griet Ackerman. Maar laten we eerst verder luisteren naar Emma’s monologue interieur.
Ze stelt ook betere vragen. Vroeger vroeg ze: “Hoe was je dag?” Deuh, hoe was mijn dag. Dat is een open vraag. Daar antwoord ik niet op. Nu vraagt ze: “Vertel eens, wat vond je vandaag leuk?” Dan kan ik tenminste vertellen dat ik in de crèche gedanst heb op ‘Katrie’. En daarna zingen we samen, mama en ik: ‘Van Afrika tot in Amerika’. Lol! Ze speelt ook minder met dat zwarte dingetje. Dat plat schijfje dat af en toe vreemde bliepjes maakt en waar ze soms tegen praat. Grote mensen zijn raar. Als ik stout ben, ik durf dat nogal eens, dan is ze nog steeds boos. Maar anders. Ze vraagt sneller wat er scheelt. Vroeger zou ze al eens durven roepen. En als zij roept, dan krijs ik terug. Ah ja. Ik merk ook aan mezelf dat ik contenter door het leven dribbel. Ik durf precies meer. Want mama is terug.
Griet Ackerman werkt al twintig jaar als psychologe voor het Centrum Geestelijke Gezondheidzorg Eclips in Gent. Vandaag leidt ze het team kinderenzorg. Ze werkt met kinderen en jongeren tussen 0 en 18 jaar. Als systeemtherapeute betrekt ze zoveel mogelijk het gezin en de sociale context, zoals bijvoorbeeld de school, in de begeleiding. Het profiel van de kinderen is divers. Idem voor de problematiek die zich stelt.
“Welk effect heeft de 30-urenwerkweek op jonge kinderen?”, dat is de vraag die we haar voorleggen. Haar antwoord is gelaagd en genuanceerd.
Kinderen hebben nood aan ouders die emotioneel beschikbaar zijn.
Emotioneel beschikbaar
“Ik wil me niet uitspreken over de 30-urenwerkweek op zich. Ik wil de vraag opentrekken want er zijn andere factoren die ook een rol spelen. Wat belangrijk is, is dat de ouders zich goed voelen, als ouder en als mens. Kinderen hebben nood aan ouders die emotioneel beschikbaar zijn”. Griet Ackerman begint haar betoog met de essentie. “Emotioneel beschikbare ouders hebben veilig gehechte kinderen. Die veilige hechting is cruciaal voor een goede ontwikkeling, zowel mentaal als fysiek.
Stress is hierin een grote stoorzender. Kinderen zijn hier erg gevoelig voor. Ze voelen meteen aan wanneer hun ouders overprikkeld zijn. Als die stress bij de ouders omlaag kan door minder te werken, dan is de 30-urenwerkweek een goede zaak. Zeker. Het biedt de nodige ademruimte. Je hebt als ouder terug de tijd en de energie om bewust met je kind bezig te zijn. Maar die stress komt niet alleen van werk. Er zijn ook andere triggers.”
Stoorzender stress
Het is dus geen een-op-eenverhaal. Het is niet zo dat kinderen zich automatisch beter voelen als hun ouders meer uren thuis zijn. “Kleine kinderen hebben geen tijdsbesef. Ze merken het niet eens als mama of papa meer thuis zijn. Waar ze wel gevoelig voor zijn? Stress. En die stress kan ook ontstaan door financiële– of relationele problemen of door de gezinssituatie zelf. Je mag niet vergeten dat elke ouder zijn eigen rugzakje met zich meedraagt. Ook dat speelt een rol. Je moet altijd de volledige context onder de loep moet nemen.
Bovendien voelen sommige moeders zich juist beter door voltijds te werken. De voldoening die zij hieruit halen, stralen ze af op hun kind. Kortom het gaat dus niet over de hoeveelheid tijd die een ouder met zijn kind doorbrengt maar wel over de kwaliteit van die tijd. In welke mate is een ouder emotioneel beschikbaar en bevordert hij of zij de veilige hechting? Dat is de vraag die we ons moeten stellen.”
Cirkel van de veiligheid
Griet illustreert die veilige hechting met de ‘Cirkel van de veiligheid’.
“Het vertrekpunt van de cirkel is de veilige basis van waaruit het kind de omgeving verkent. Het kind wil graag door vertrouwde personen gesteund en gestimuleerd worden om op exploratie te gaan. Vertrouwenspersonen die op hen letten, maar ook samen met hen plezier beleven. Dat is de bovenkant van de cirkel.
Maar als er iets scheefloopt dan wil het kind gerustgesteld worden en liefst door de vertrouwde persoon. Dat is de onderkant van de cirkel, de veilige haven. De veilige basis en veilige haven moeten in evenwicht zijn voor een veilige hechting.”

Veilige hechting
Waaraan merk je dat een kind veilig gehecht is? “We zien dan vooral dat de emotie- en gedragsregulatie goed zit. Het kind herkent gevoelens bij zichzelf en kan die communiceren. Het kan zijn eigen gedrag reguleren en bijsturen, heeft een goede relatie met zijn ouders en de omgeving. Het kind gaat vlugger exploreren, neemt dingen op en leert daardoor ook vlotter. Een veilig gehecht kind legt ook sneller contact met anderen. Kortom op alle vlakken merk je een positief zelfwaardegevoel en zelfvertrouwen. En, niet onbelangrijk, het kind is ook veerkrachtiger. Als het op zijn pad tegenslag tegenkomt, zal het er sneller van herstellen.”
Continuïteit
Wat vindt Griet van het rapport van UNICEF dat zegt dat één van de ouders het eerste levensjaar thuis bij de baby moeten blijven? “Ik kan mij daar niet helemaal achter scharen. Waar ik wel veel waarde aan hecht, is continuïteit. Het kind heeft behoefte aan een vertrouwenspersoon. Een vader, moeder of andere opvoeder die de noden vertaalt naar de verschillende contexten waarin het kind zich beweegt. Een duidelijk communicatie vanuit die vertrouwenspersoon is hiervoor cruciaal.
Uiteraard ben ik wel voorstander van ouderschapsverlof tijdens de eerste maanden. Het kind en de ouders hebben tijd nodig om elkaar te leren kennen en zich te hechten. De duur varieert naargelang de situatie.”
Flexibiliteit op de werkvloer
Keren we terug naar de 30-urenwerkweek. Griet heeft nog een kritische kanttekening. “Je kan als werknemer dan wel minder werken, maar als je volume werk niet daalt dan verandert er juist niets. Het is dus aan de werkgever om binnen het takenpakket de nodige evenwichten te bewaken. ”
Propvolle agenda’s en opgelegde modellen
Maar het gaat dus niet altijd over die werktijd. Griet ziet nog twee maatschappelijke tendensen die een belangrijke rol spelen. “Wij zijn allemaal kampioenen in het volproppen van onze agenda’s. Ook die van onze kinderen. We moeten veel op reis, we moeten veel hobby’s hebben, we moet veel dit en dat … En dat bezorgt ons stress. Bovendien heeft niet elk kind nood aan zo’n druk schema. Ook dat moet je als ouder aanvoelen. Naast dat volproppen van onze agenda’s, moeten we ook nog eens voldoen aan een bepaald model. Vandaar het grote succes van opvoedingsboeken. Boeken die ons vertellen wat een kind nodig heeft. In een goede relatie is het aan de ouder om aan te voelen - met missen en gissen - wat de noden zijn. Daar kan geen zelfhulpgids tegenop.”
Luister naar je kind
Vandaag sluit de de Week van de Opvoeding af. Wat we uit het betoog van Griet onthouden, is dat die opvoedingsboeken niet altijd dé oplossing aanreiken. Wat je dan wel moet doen? Luister naar je kind. Wat zijn haar of zijn noden? Misschien vertelt jouw kind dan een gelijkaardig verhaal als dat van Emma?
Reacties
Reactie toevoegen