Alles begon bij het besef dat ik recht had op ouderschapsverlof. En omdat ik voor geen geld van de wereld iets wil missen van ‘mijn’ kleine kleuter, werd terstond een door mijn - bemoedigende - werkgever gestempeld formulier C61 naar de RVA gezonden. Vier vijfde werken betekent immers: ambitie tot beter vaderschap. Toch?

Vrijdagen verwerden hoogmissen voor vader en zoon: gewonnen tijd moest optimaal besteed worden, de verleiding om de dag vol te proppen sloop er onbewust in: naar het zwembad met de andere vaders, boekjes voorlezen, kastelen bouwen, …

Ten grondslag aan de idee dat de schaars geworden tijd geoptimaliseerd dient te worden, ligt vaak de angst om geen goede vader te zijn. Een angst die ik heb moeten bevechten met pedagogische inzichten die ik al had, maar niet toepaste: het mooiste spel ligt in het ongeplande. Het plotse besef dat je de draaischijf geworden bent van je activiteiten was behoorlijk confronterend en onhoudbaar. Foei ambitie!

Een andere oorzaak ligt ongetwijfeld in de eenzaamheid die mensen ervaren wanneer ze uit elkaar gaan. In één adem verlies je niet enkel je levensgezel, maar evenzeer de helft van het leven van je kind. ‘Je maakt wat mee’ krijgt zo een wrange bijklank. De tijd dat je zoontje er dan wél is, ben je geneigd om deze te maximaliseren, terwijl het kind zich net richt op de broodnodige normalisering na een breuk. Met de spiegel die ze je voorhouden voeden ze zo hun eigen ouders op.

De dagelijkse krachtinspanning van alleenstaande ouders heeft gelukkig het politieke debat gehaald.

De dagelijkse krachtinspanning van alleenstaande ouders heeft gelukkig het politieke debat gehaald. De ontdubbeling van de vaste kosten, een woning die plots waanzinnig groot lijkt, het jongleren (en dat mag best letterlijk genomen worden, koppelteken incluis) tussen werk, koken, de eigen schaars geworden vrije tijd en de stille hoop dat er vrouwen bestaan die van andere kinderen kunnen houden, ... Puzzelstukken die een bruusk einde maken aan het routineleven van weleer.

Maatschappelijk lijkt er bovendien een onuitgesproken consensus te leven dat alleenstaande vaders iets uitstralen dat een mengeling van vertedering, sympathie en medelijden opwekt. Het is een stil verbond tussen deze mannen die zich stil als attractie voortbeweegt en al haar kracht put uit het besef dat dit kleine wezen (op) ons vertrouwt.

Nog iedere keer wanneer de term alleenstaande papa valt, slaat mijn hart een slag over. Alsof het me in het vacuüm tussen het pompend bloed de ruimte wil schenken om in alle stilte de verwerking van een breuk te plaatsen. Ik verdenk het ervan bewust de leegte te willen uitvergroten.

Wie voortaan het geluk heeft om een vader met kind tegen het lijf te lopen, vertel hem dan eens dat er nog een joekel van een nieuw leven voor hem ligt en dat die blik waarmee je hem aankijkt eigenlijk wilt zeggen:

Vaderland is geen straf, maar wel écht straf.

Dit artikel verscheen eerder in De Standaard.

Delen: