In 2019 schakelen alle medewerkers van Femma vzw over naar een nieuwe voltijds van 30 uur per week.  Dit actie-onderzoek loopt van 1 januari tot 31 december 2019. Wetenschappers van de TOR-groep van de VUB Brussel volgen de tijdsbesteding van de Femma-medewerkers en onderzoeken wat de effecten zijn van minder uren werken op henzelf en hun gezin. De resultaten van het onderzoek gaan we delen met beleidsmakers en het grote publiek. Hiermee willen we het debat voeding geven én zo verder streven naar een maatschappij in evenwicht.

Reinhilde Pulinx is lid van het de Raad van bestuur en medevoorzitster van Femma. Samen met voorzitster Greet De Ceukelaire en medevoorzitster Gina Daems en het directieteam vormt ze het dagelijks bestuur van Femma.  

“Ik woon en werk in Brussel. Mijn gezin bestaat uit 4 personen: mijn man en ik en twee kinderen, een meisje van 11 en een jongen van 6. Ik werk bij de Vlaamse Onderwijsraad (de VLOR). Dat is een voltijdse job van 38 uur. Mijn man heeft een nog drukkere job in de privé-sector. Als Femma-vrijwilliger ondersteun ik ook de groep Femma Royale in Brussel, de stad waar ik woon.”

Doel is tot een fundamentele verandering te komen.

Een maatschappelijke uitdaging

“De 30 uren week van Femma is een grote beslissing, ook financieel. De 30 uren week wordt opgevat als een experiment met een begin- en einddatum, een duidelijk onderzoek, …  Ik kijk daar heel positief tegen aan.  Het debat wordt gevoerd, men kijkt wat kan en wat niet kan. En er is wetenschappelijke ondersteuning zodat niet alleen Femma maar ook anderen eruit kunnen leren. In november maakte ik nog een conferentie rond burn-out mee. De cijfers zijn zeer alarmerend, hoe we gezin en arbeid moeten combineren is echt geen individueel maar een maatschappelijk probleem.”

“Ik heb wel een bedenking. Van 36 naar 30 uur, is maar zes uur. Als je bedenkt hoe ons leven onder druk staat, met de zorg voor kinderen en ouders, de drukke job, je persoonlijke ontwikkeling, het vrijwilligerswerk dat je doet… Dat krijg je niet in die zes uur gedaan, hé. Zes uur biedt wat meer ademruimte om dingen rustiger te doen, maar het zal je leven en je tijd niet fundamenteel veranderen. De samenleving, de overheid blijft een belangrijke taak hebben inzake kinderopvang, kwaliteitsvolle ouderenzorg en zo meer. De keuze om 30 uur te werken, kan dan ook geen individuele keuze van mensen zijn, maar moet een maatschappelijke keuze worden.”

“Andere valkuil is dat andere gezins- of familieleden die zes uur al snel opeisen. Maar dat is niet de bedoeling. Doel is tot een fundamentele verandering te komen, het rollenpatroon te doorbreken, meer gelijkheid in taken tussen man en vrouw. Daarom vind ik het belangrijk dat in het onderzoek bij de Femma-medewerkers, waar mogelijk, ook zoveel mogelijk partners en kinderen, betrokken worden. En dat Femma waakzaam blijft.” 

Alleen is maar alleen

“Dit experiment werd lange tijd voorbereid, van hoe kunnen we de taken efficiënter doen tot het investeren in extra personeel. Ook de werking van Femma blijft 100% gegarandeerd, groepen blijven ondersteuning krijgen. Ik heb er alle vertrouwen in.”

“Ikzelf zou binnen mijn werk niet kunnen overschakelen van 38 naar 30 uur. Binnen mijn werkorganisatie is dat niet aan de orde. Ik werk binnen een netwerkorganisatie met veel vergaderingen, waar ik – zeker als ik daarin alleen sta - moeilijk een aantal vergaderingen kan schrappen. Maar iedereen kan wel leren uit het Femma-project. Ik blijf dan ook erg benieuwd naar de resultaten.”

Wetenschappers van de Vrije Universiteit Brussel,  Kind en Samenleving en Flanders Synergy volgen ons gedrag nauwlettend op en gaan conclusies trekken over wat minder werken effectief met een mens en zijn naasten doet. De resultaten van het onderzoek gaan we delen met beleidsmakers en het grote publiek. We beloven belangrijke inzichten te geven om verder te streven naar een maatschappij in evenwicht.  Het onderzoek kost 80.000 euro. 

Delen: